Teun de Jager is een van nature weemoedige, pessimistische jongen, verzot op jagen. Geweer en weitas hangen over zijn schouder, veldbloemen illustreren de natuur, naast hem staan zijn twee patrijshonden.

Op een dag gaat hij, vergezeld door zijn patrijshond Veldin, op jacht. Hij is in een zwaarmoedige bui. omdat hij gedroomd heeft dat zijn geliefde Sijtje gruwelijk aan haar einde zal komen. Door een rampzalig ongeluk schiet hij zelfSijtje in het hart! Spoedig daama maakt waanzinnigheid een eind aan zijn leven.